Het Varkensparadijs

Omschrijving

Garssen, een rustig dorpje in Drenthe. Op een dag, zo’n 100 jaar geleden, komen Harmen Barels en zijn vrouw Meike hier aan. Ze zijn jong, ze willen werken. En Harmen is ambitieus. Hij wil  in alles de beste zijn, ten koste van (bijna) alles. Dan kan je veel bereiken, maar dan kan je ook hard vallen. Gelukkig heeft hij zijn Meike, zijn kritische probleemoplosser, zijn trouwe bondgenoot, moeder van zijn zonen. Harmen schudt het sluimerende Garssen uit de slaap: ‘varkens’ is het toverwoord. In rap tempo werkt hij zich op van varkensknecht tot varkensboer. Tien varkens, twintig varkens, honderd varkens.

Het moet verder, het moet hoger: zijn eigen varkensslachterij. Harmen wordt werkgever en de Garssenaren varen er wel bij. In mum van tijd heeft hij zoveel arbeiders in dienst, dat hij ze niet meer bij naam kent. Slachters, haarplukkers, koppenpellers, vrachtrijders. Garssen groeit. Gaat dat goed? De eerste tegenslagen dienen zich aan.

Crisis! Maar Exportslachterij Barels blijft overeind dankzij listig gebruik van de Crisisvarkenswet. De Tweede Wereldoorlog, Duitsers in de fabriek, maar Harmen is goed in paaien. Verder, hoger, meer. Gaat dat goed? De Leverunie ligt op de loer, maar Barels en zonen zijn niet bang. Ze stropen de mouwen op, slijpen de messen en gaan de strijd aan met de grote reus. Gaat dat goed?